HSP en sociale fobie

HSP en sociale fobie

Ik (Arnold) had een sociale fobie in het verleden. Nu is er bij mij nog wel een residu aanwezig, helemaal weg gaat dat waarschijnlijk nooit. Er is een relatie met HSP en sociale fobie. Hoe dat zit? De eigenschap HSP zorgt ervoor dat je empathisch bent. Dus snel anderen in- en aanvoelt. Dat is één. Ook is de kans groot dat je je in je jeugd aangepast hebt naar de meerderheid. Dat is twee. Ook is de kans – zeker voor mannen – dat je een laag zelfbeeld hebt. Dat zijn allemaal elementen die ertoe kunnen bijdragen in de ontwikkeling van een sociale fobie.  In het boek Hoogsensitieve Mannen van Tom Falkenstein wordt ook aangehaald dat HSP een risicofactor kan zijn voor het ontstaan van een sociale fobie, maar dat er nog geen wetenschappelijk onderzoek naar gedaan is.

Wat is een sociale fobie?

Sociale fobie wordt ook wel sociale angst genoemd. Dus angst voor bepaalde sociale gebeurtenissen of relaties. Die angst uit zich ook vaak lichamelijk. Op een lichte manier, zoals zweten en blozen. Maar kan ook heftiger zijn door bv. trillen of ook flauwvallen. Die gebeurtenissen kunnen heel divers zijn. Maar kan bijvoorbeeld een bepaalde groepsangst zijn, angst om in openbaar te spreken, of onbekende mensen aanspreken. Ook zijn er mensen die niet in het openbaar durven te eten. Dus het is heel divers. Een sociale fobie gaat vaak gepaard met een laag zelfbeeld, angst voor kritiek en angst voor een negatieve beoordeling door anderen.

Mijn verhaal

Dit is mijn persoonlijke ervaring met deze angststoornis (het is een DSM 5 classificering).  Ik vond spreken of iets presenteren voor een groep niet fijn – zwaar understatement. In een groep mezelf uitspreken vond ik lastig, vooral als er stiltes vielen. Op het werk had ik er vooral last mee bij vergaderingen. In één op één gesprekken gingen werksituaties me meestal wel goed af en had ik niet zoveel last van die fobie. Met name dus bij vergaderingen wel, dan gebeurde er bijvoorbeeld iets waar ik niet snel een antwoord op had, of ik reageerde – in mijn eigen ogen – er niet goed op. En dat bleef dan de hele tijd malen. En had invloed op mijn humeur. Met andere woorden, ik dacht mezelf in kringetjes omlaag. Dat gevoel dat ik dan kreeg, kon soms wel een paar dagen blijven hangen. Maar goed, ik had geen idee dat ik dit aan het doen was, dat was iets wat automatisch ging.

Problemen op het werk

Tot ik er dus echt problemen mee kreeg op het werk. Dat was voor mij een moment om dat probleem (ik kon toen nog niet benoemen hoe het heette, ik dacht eerst zelf aan faalangst) aan te pakken. Via de huisarts kwam ik bij een psycholoog en d.m.v. positieve psychologie en RET-therapie heb ik die sociale fobie min of meer onverwonnen. Toen ik eenmaal doorkreeg hoe het werkte, dat ik door die gedachten – mijn eigen gedachten – die negatieve gevoelens kreeg, kon ik die gedachtestroom al snel doorprikken en stopzetten. Voor mij was dit wel een baanbrekend moment en betekende het een startpunt van grote veranderingen in mijn leven.  Een vrijer, minder angstig leven.

Angst voor de telefoon

Een ander voorbeeld: ik vond het in het verleden doodeng om te bellen, te telefoneren. Wat voor de meeste mensen de simpelste zaak van de wereld is, was voor mij een grote drempel. Ik vond het vooral eng om iemand op te bellen, gebeld worden vond ik minder eng.  Ook zo’n hoorn of toestel tegen mijn oor houden vond ik niet fijn, dat hielp ook niet. Wat mij uiteindelijk geholpen heeft was het gewoon te doen: exposure, zoals dat heet. Ook het feit dat ik de telefoon op speaker kon zetten hielp ook. Tegenwoordig kan ik helemaal zonder angst een telefoongesprek voeren. En dat is best heel prettig!

Helemaal zonder (sociale) angst zal ik niet zijn, maar dat is een uitzondering gelukkig. Als dat inderdaad maar af en toe voorkomt, is er goed mee te leven.

 

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *