Een poosje geleden vroeg Arnold of ik voor het blog van hoogsensitievemannen.nl zou willen schrijven.
Dit naar aanleiding van mijn reactie op een van zijn artikelen. Ja, dat wil ik wel, reageerde ik enthousiast en gewoon onder mijn eigen naam hoor. Moest denken aan Pippi: “Ik heb het nog nooit gedaan dus denk dat ik het wel kan…”
Mijn reflex in tweede instantie, uiteraard zou ik haast zeggen, was: oef, maar wat of waarover dan? Waar begin ik? Er zijn zoveel ‘dingen’ die, met de wijsheid van nu, terug te voeren zijn naar mijn HSP-zijn. Iets wat ik nog maar sinds kort weet eigenlijk. Kort in de zin van een jaar of twee en dat voor een 60-jarige.
I’ve come a long way. En ik moest denken aan een liedje van Lukas Graham – “7 Years” waarin hij als twintiger zingt “Soon I’ll be 60 years old..” en mijmerde, dat lijkt nog ver weg lieve Lukas maar je bent het voor je het weet. Mits je door blijft ademen natuurlijk, iets wat zijn vader, en de mijne ook helaas, niet gegund was.
Maar het is ook wat het is en veel puzzelstukjes vielen op hun plek. Waarom reageerde ik zus, voelde ik zo op bepaalde gebeurtenissen, ervaringen, of juist helemaal niet. Waarom heb ik toen niet dit of dat gezegd, gedaan of laten blijken wat ik ervan vond, deed ik mezelf eigenlijk geweld aan?
Reflecteren, ik ben er best wel goed in.
Conflictvermijdend, zeker speelde dat ook mee, niet mannelijk genoeg gevonden worden ook. Sociale fobie, het zou zomaar kunnen, hoewel dat ook wel weer meevalt, vind ik. En dan wordt het een soort verstoppertje spelen, oftewel aanpassen. Aanpassen want het zal wel aan mij liggen, ik zal wel iets mankeren. Sterker nog, het ligt gewoon aan mij. Daar moet ik maar eens aan gaan werken, hield ik mezelf altijd voor.
Het was ook niet zo dat ik daar elke dag mee geconfronteerd werd, gelukkig, want dan was het leven ondraaglijk geweest. Ik wist bijv. van jongs af aan wat ik wilde worden, beroepsmatig gezien, namelijk gaan varen als radio-officier (aka marconist, aka sparks, aka vonkentrekker) op de koopvaardij.
Het was het avontuur dat trok, iets zien van de wereld, andere culturen en het gevoel van vrijheid. Dat laatste misschien nog wel het meest en hiervoor nog betaald worden ook.
Het kostte wel heel veel inspanning maar ik redde het met een flinke (understatement) dosis doorzettingsvermogen. Gedreven is misschien wel een beter woord want ik moest en zou het halen.
Dat deze gedrevenheid, en falen was geen optie, tegelijk een tunnelvisie was, realiseerde ik mij later. Zaken en dingen buiten deze tunnel pikte ik niet. Dat ik niet tot in lengte van jaren zou blijven varen was toen wel duidelijk maar ik negeerde de signalen. En het kostte nog iets, wat ook wel weer terug is te voeren op mijn HSP-zijn maar daarover misschien later meer.
Hetzelfde doorzettingsvermogen leverde mij later een HTS-diploma op, eenmaal aan wal, getrouwd en een kind rijker. Een reguliere HTS-E opleiding maar dan schriftelijk (PBNA). En ik had de titel Ing. Dat was mooi meegenomen, was er ook wel blij mee maar de opluchting
overheerste want ik kreeg mijn leven terug. Zo zag ik het want in dezelfde periode volgde ik een studie van mijn werkgever, had een fulltime baan, een gezinsleven met de verplichtingen die daar nu eenmaal bij horen en inmiddels lid geworden van het Apostolisch Genootschap waarvoor ik vrijwilligerswerk deed (je bent lid of niet). Al met al best wel veel en ik had daardoor ook een beperkt sociaal leven, daarop terugkijkend (sociaal leven in de zin van vrije tijd, hobby’s uitoefenen). De jaren 90 zijn wat dat betreft voor een deel langs mij heen gegaan.
Raakte ik toen niet overprikkeld misschien? Onbewust wel denk ik, maar door bepaalde ijkpunten in de week, zoals de dienst op zondag, werd dat gecompenseerd. Zoiets, vermoed ik.
Met het diploma op zak solliciteerde ik op een andere baan. Binnen hetzelfde concern maar op een andere afdeling, met meer ‘aanzien’ – voor wat het waard is. Hield me daar nooit mee bezig, ik wilde gewoon leuk werk waar ik met plezier naar toe ging en ga, aardige collega’s heb enz. Onderdeel van een team zijn maar ook met een grote mate van zelfstandigheid. Anderen vonden blijkbaar van wel want ik had m’n diploma en ‘moest-daar-wel-iets-mee-gaan-doen’.
Voelde dat als een vorm van druk, aan bepaalde verwachtingen moeten voldoen en behoorlijk ongemakkelijk. Vaak gedacht maar nooit uitgesproken. Want ik had toch wel ambities?
Leidinggeven misschien of een of ander ‘praat’ beroep zoals er vele zijn in de ICT? Eén-op-één, kleine groepen, allemaal prima maar grote groepen en dan ook nog eens volslagen vreemden? Niet mijn ding en ambitie betekende voor mij erg goed worden in het werk
dat ik deed, een expert zijn. Moet er iets opgelost worden: vraag hem maar – ondergetekende dus. En ik heb ook tijd nodig om aan mensen te wennen.
Maar laat ik het niet dramatiseren want ik heb het tot nu toe prima gered met mijn capaciteiten, talenten, eigenschappen enz. Relativeren is ook wel iets dat mij past.
En hoe ging en gaat dat op het sociale vlak? Verhalen en voorbeelden genoeg waar ik evt. later op terugkom.